Rolstoeltoegankelijkheid houdt in dat gebouwen en plekken worden afgestemd op rolstoelgebruikers. Als een ruimte of gebouw niet rolstoeltoegankelijk wordt gemaakt, dan kan een rolstoelgebruiker de ruimte mogelijk niet zelf betreden. In sommige gevallen zorgt een trap of een ander obstakel ervoor dat een rolstoelgebruiker zelfs met de hulp van anderen het gebouw of de ruimte niet kan betreden. Gebouwen die de rolstoeltoegankelijkheid op orde hebben, kunnen we rolstoelvriendelijk noemen.
Om rolstoelgebruikers tegemoet te komen, is er in 2017 een wet aangenomen die het verplicht om bedrijven en openbare gebouwen toegankelijk te maken voor iedereen. Met deze nieuwe wet heeft het parlement geprobeerd om toegankelijkheid tot gebouwen te verbeteren voor mensen met een beperking als rolstoelgebruik.
Tot op de dag van vandaag blijkt helaas dat veel bedrijven niet op de hoogte zijn van deze wetgeving met betrekking tot rolstoeltoegankelijkheid. Door als bedrijf in te zetten op rolstoeltoegankelijkheid, kunnen er tot wel 25% meer klanten of sollicitanten uw bedrijf bereiken. Er zijn dus niet alleen maatschappelijke voordelen, maar ook voordelen voor het bedrijf zelf die verbonden zijn aan het rolstoeltoegankelijk maken van een gebouw.
Bovendien bereikt u ook verbeterde inclusiviteit doordat u een omgeving creëert waarbij er rekening wordt gehouden met verschillende behoeften. Hierbij heeft u ook het voordeel dat uw gebouw voor anderen toegankelijk is die moeilijk ter been zijn. Tot slot bevordert dit de veiligheid van het gebouw in situaties van nood en evacuatie.
Vanuit de nieuwe wet zijn er een aantal eisen gesteld waaraan een gebouw of plek moet voldoen om rolstoeltoegankelijk te zijn.
Ten eerste moeten de gangpaden minimaal 90 centimeter breed zijn. Dit is nodig omdat een rolstoelgebruiker de ruimte moet hebben om zichzelf door het gangpad te rijden. Het is nog beter om te kiezen voor een gangpad van minstens 120 centimeter breed. Rolstoelgebruikers, begeleiders en passanten kunnen elkaar dan probleemloos passeren.
Een tweede eis voor rolstoeltoegankelijkheid is dat de trappen worden aangepakt. Een persoon in een rolstoel kan zich in een gebouw met enkel of veel trappen moeilijk verplaatsen. Een mogelijke oplossing is om te kiezen voor een lift. Hierbij is het belangrijk om aandachtig de keuze te maken voor een lift. De meeste liften zijn namelijk afgestemd op mensen zonder rolstoel in plaats van op rolstoelgebruikers. Het zou zonde zijn om een lift aan te schaffen met de gedachte om een gebouw rolstoelvriendelijk te maken, terwijl deze lift niet rolstoeltoegankelijk is. Een goed alternatief voor een standaard lift is een traplift.
Ook kan er worden gekozen voor een drempelhulp of helling. De meest gemakkelijke optie is een oprijhelling met antislip en handvat. Op deze manier is de oprijhelling gemakkelijk te verplaatsen zonder dat de oprijhelling verschuift tijdens het betreden ervan.
Een handige drempelhulp van rubber materiaal. Voorzien van een handvat voor eenvoudig gebruik in mobiele toepassingen. Met een laadcapaciteit van 7,5 ton.
Een derde veelvoorkomend probleem voor rolstoelgebruikers is de entree van een gebouw. Deuren en dorpels kunnen namelijk zorgen voor een flinke uitdaging bij het betreden van het gebouw. Kies daarom voor een draaideur met een rolstoelfunctie of een automatisch openende deur met een lang interval voor rolstoelgebruikers.
De vierde eis voor rolstoeltoegankelijkheid heeft betrekking op de rest van het gebouw. Net als bij de entree van het gebouw, is het natuurlijk overal belangrijk om drempels, dorpels en andere opstapjes zoveel mogelijk te verwijderen of te voorzien van een drempelhulp of helling. Een drempel, dorpel of opstapje voelt voor veel rolstoelgebruikers namelijk als een onoverkombare hindernis.
Een ander belangrijk aspect van rolstoeltoegankelijkheid is de afmeting die in het openbaar vervoer wordt gebruikt. Gemiddeld is een rolstoel 60 centimeter breed en is er ongeveer 90 centimeter breedte nodig om vooruit te kunnen komen. Het is dan ook aan te raden dat in het OV een breedde van minimaal 1m20 wordt aangehouden. Als we het over toegangsdeuren hebben in openbare ruimtes en het openbare vervoer, hanteren we een breedte van 80 centimeter. Poortjes in het openbaar vervoer hebben tegenwoordig een breedte van 90 centimeter en zijn daarmee dus rolstoeltoegankelijk.
Verder móeten hoge drempels beschikken over een drempelhulp. Met hoge drempels bedoelen we drempels hoger dan 2 centimeter. Zo is een 3 zijdige oprijdbare drempelhulp in openbare ruimtes en het openbaar vervoer het meest ideaal. Op deze manier kan iedere rolstoelgebruiker middels de 3 zijdes vanuit elke richting over de drempel rijden.
Drempelhulp van rubber materiaal. Met schuine oprijvlakken van 3 zijdes is het makkelijk deze drempelhulp vanuit elke richting op te rijden.
Als bedrijf kun je mogelijk vanuit de overheid een subsidie ontvangen voor verbetering van rolstoeltoegankelijkheid. Voorbeelden die kunnen worden bekostigd met zo’n subsidie zijn bouwkundige aanpassingen en het creëren van permanente rolstoeloplossingen. Een belangrijke eis die is verbonden aan de subsidie is dat de rolstoeloplossing of de aanpassing minimaal 10 jaar beschikbaar moet blijven voor rolstoelgebruikers. De totale subsidie kan oplopen tot 25.000 euro per boekjaar en dekt 100% van de kosten. Voor meer informatie over de eisen en voorwaarden met betrekking tot de rolstoeltoegankelijkheidssubsidie kunt u terecht op de website van de gemeente Amsterdam.